Actus

prix fédéral de lutte contre la pauvreté
Federale Prijs Armoedebestrijding – Stem op Circé! 1024 576 L'Ilot

Federale Prijs Armoedebestrijding – Stem op Circé!

Federale Prijs Armoedebestrijding – Stem op Circé!

Samenvatting:

  • Wat is de Federale Prijs Armoedebestrijding?
  • Federale Prijs Armoedebestrijding: hoe stemmen?
  • Waarom stemmen op Circé?
  • Bronnen

In 2025 heeft de Federale Prijs Armoedebestrijding betrekking op “preventieve of curatieve maatregelen die de continuïteit van de zorg en hulpverlening” voor deze doelgroep waarborgen (news.belgium).

Er worden twee prijzen van 15.000 euro toegekend, respectievelijk door een jury van deskundigen en door stemming van het publiek (van 4 tot 28 september 2025). De uitreiking vindt plaats op 2 oktober 2025 (news.belgium).

Na ISSUE in 2024 ziet ’t Eilandje dit keer zijn project Circé onder de 9 finalisten staan! Dit is een mooie bekroning voor het eerste en enige dagcentrum door en voor dakloze vrouwen in Brussel.

Wat is de Federale Prijs Armoedebestrijding?

De Federale Prijs Armoedebestrijding, die op 4 juli 2008 in het leven werd geroepen en wordt georganiseerd door de POD Maatschappelijke Integratie (SPP Intégration sociale), belicht initiatieven die het dagelijks leven van mensen in precaire situaties concreet verbeteren (news.belgium).

Federale Prijs Armoedebestrijding: hoe kunt u stemmen?

Stemmen voor het Circé-project is heel eenvoudig! U hoeft alleen maar:

Waarom stemmen op Circé?

Circé, finalist van de Federale Prijs Armoedebestrijding, is voor zover wij weten het enige project dat door en voor vrouwen in België is opgezet. Dit dagcentrum voor dakloze vrouwen, uniek in Brussel, vindt zijn oorsprong in de vele bevindingen van een actieonderzoek uitgevoerd door ’t Eilandje:

  • vrouwen zijn onzichtbaar op straat;
  • de meeste vrouwen op straat zijn het slachtoffer van verschillende vormen van geweld (binnen het gezin, door hun partner, enz.) en onderdrukking;
  • vrouwen zijn in de minderheid in gemengde centra en komen daar vaak mannen tegen die gewelddadig tegen hen zijn geweest.

De positieve impact van Circé op zijn gebruikers is onmisbaar. Het centrum voorziet zowel in levensbehoeften (eten, zich wassen, enz.) als in psychische behoeften. Het biedt namelijk psycho-medisch-sociale begeleiding dankzij een team dat speciaal is opgeleid in genderkwesties, maatschappelijk werk en geweld (tegen vrouwen op straat).

De meeste gebruikers komen regelmatig naar Circé, waardoor ze weer kracht kunnen putten, maar ook een paar uur veilig zijn en beschut tegen de hitte of slechte weersomstandigheden.

Moira Fornier, coördinatrice van Circé

Bronnen

POD Maatschappelijke Integratie:

Inbraak bij de Recyclerie van ’t Eilandje in Marchienne-au-Pont 1024 576 L'Ilot

Inbraak bij de Recyclerie van ’t Eilandje in Marchienne-au-Pont

Inbraak bij de Recyclerie van ’t Eilandje in Marchienne-au-Pont: € 20.000 gestolen, een solidair project in gevaar

Dit is een enorme klap voor een sociaal en solidair economisch project dat tot nu toe in volle expansie was.

In de nacht van zondag op maandag werd de Recyclerie van ’t Eilandje in Marchienne-au-Pont, gelegen aan de avenue de Matadi 14a (6030 Marchienne-au-Pont), het doelwit van een inbraak. De medewerkers van de Recyclerie waren de afgelopen maanden al regelmatig het slachtoffer van winkeldiefstal, maar deze keer werden ze geconfronteerd met een misdrijf van grotere omvang.

De financiële schade wordt geschat op bijna 20.000 euro, nog afgezien van de extra verliezen als gevolg van de gedwongen tijdelijke sluiting van het bedrijf in de komende dagen. Onder de gestolen goederen bevinden zich onder meer 10.000 euro aan contant geld, verschillende tablets en twee elektronische betaalterminals (TPE) – onmisbare hulpmiddelen voor de dagelijkse werking van de structuur en haar commerciële activiteiten. Een aanzienlijk verlies voor een project dat in de eerste plaats een sociaal doel heeft. “Want het is juist het sociale aspect dat hier wordt aangevallen”, benadrukt Caroline Mahieu, coördinatrice van de Recyclerie. “Een project als het onze aanvallen, is in de eerste plaats een aanval op de begunstigden ervan.”

Een kwetsbaar solidariteitsproject

En inderdaad, de Recyclerie van ’t Eilandje is veel meer dan een winkel: het is een project voor sociale en solidaire economie. Het doel is om verschillende voorwerpen een tweede leven te geven en ze aan te bieden aan een publiek dat in sommige gevallen in een precaire financiële situatie verkeert, en tegelijkertijd duurzame banen te creëren voor mensen die ver van de arbeidsmarkt staan. Elk gerepareerd meubelstuk, elk opgewaardeerd voorwerp draagt niet alleen bij tot de vermindering van afval, maar ook – en vooral – tot de bestrijding van sociale uitsluiting.

De Recyclerie is sinds maandag gesloten en hoopt aan het einde van de week weer open te gaan. Het hele team is in ieder geval hard aan het werk om de activiteiten zo snel mogelijk weer op te starten.

Als u in deze moeilijke periode uw steun wilt betuigen aan de Recyclerie van ’t Eilandje, aarzel dan niet om een donatie te doen aan de vereniging: BE33 0017 2892 2946, met als mededeling “Steun aan de Recyclerie”.

pauvreté Belgique et placement institutionnel
Armoede in België: kinderen die vanwege precaire omstandigheden in een pleeggezin worden geplaatst 1024 576 L'Ilot

Armoede in België: kinderen die vanwege precaire omstandigheden in een pleeggezin worden geplaatst

Afbeelding: ©OYO

Armoede in België: kinderen die vanwege precaire omstandigheden in een pleeggezin worden geplaatst

Samenvatting:
  • Armoedecijfers in België  
    1. Wat is de armoedegrens in België? 
    2. Een hoog risico op onzekerheid  
    3. Het aantal daklozen neemt toe 
  • Institutionele beleggingen en armoede: structurele onrechtvaardigheid
    1. Plaatsing als gevolg van armoede 
    2. Kinderrechten beïnvloed door armoede  
    3. Een falen van het systeem 
  • Hoe gaan we de strijd aan tegen plaatsing vanwege precaire omstandigheden? 

Het is een realiteit waar weinig over wordt gesproken, maar die hele levens verscheurt terwijl niemand er iets om geeft: in België worden kinderen in een pleeggezin geplaatst omdat hun moeders arm zijn. In Brussel wordt 87 % van de eenoudergezinnen gevormd door vrouwen, waarvan een kwart onder de armoedegrens leeft [1]. Velen hebben alleen toegang tot onzekere, ongezonde woningen of woningen met onbetaalbare huurprijzen. Anderen hebben geen thuis meer.

En al te vaak is de hulp die instellingen in deze situaties bieden geen hulp: het kind wordt gescheiden van zijn moeder en in een pleeggezin geplaatst. Officieel “voor zijn eigen bestwil”, maar in werkelijkheid omdat onze samenleving hen niets anders biedt dan georganiseerde verlating [2]. Precariteit mag nooit een reden zijn om een kind in een pleeggezin te plaatsen. Toch is dat wel het geval.

Bij ’t Eilandje zien we dit elke dag: de moeders die ons dagcentrum voor vrouwen Circé bezoeken, worden met dit risico geconfronteerd. Hun enige “fout”? Ze hebben geen thuis. Het is meer dan dringend noodzakelijk om actie te ondernemen om een samenleving op te bouwen die ouders de middelen geeft om hun kind(eren) terug te vinden.

De armoedecijfers in België

In België schetsen de cijfers van 2024 een meer dan verontrustend sociaal beeld. De armoede is groot en kan op verschillende niveaus worden gemeten.

Wat is de armoedegrens in België?

De armoedegrens verwijst naar een minimuminkomen (vastgesteld op 60 % van het nationale mediane inkomen) waaronder een huishouden als arm wordt beschouwd. In België blijkt uit de laatste cijfers van Statbel dat de armoedegrens 1 520€ per maand bedraagt voor een alleenstaande en 3 191€ voor een huishouden met twee kinderen.

seuil de pauvreté Belgique

De armoedegrens volgens type huishouden in België (bron: Statbel)

Een hoog risico op armoede

Volgens een studie van Statbel lopen meer dan 2 miljoen mensen het risico op armoede of sociale uitsluiting in België. Dat is bijna 20 % van de bevolking. Bijna één op de tien Belgen bevindt zich in een situatie van materiële en sociale achterstand (Statbel) en beschikt dus niet over voldoende middelen om bepaalde essentiële uitgaven van het dagelijks leven (verwarming, toegang tot vrijetijdsactiviteiten, enz.) te betalen.

Het aantal daklozen neemt toe

De cijfers van de laatste telling van daklozen of slecht gehuisveste personen in Brussel zijn alarmerend: 9 777 van hen leven zonder thuis in de Belgische hoofdstad (rapport van Bruss’help). Dat is een stijging van 25 % in slechts 2 jaar tijd! Een dergelijke toename van het fenomeen was tot nu toe nog nooit voorgekomen.

Institutionele plaatsing en armoede: een structurele onrechtvaardigheid

In Franstalig België worden jaarlijks bijna 40.000 kinderen uit hun gezin gehaald en in een instelling, een pleeggezin of een gespecialiseerde dienst geplaatst [3]. Hoewel sommige situaties dringende bescherming vereisen, wordt een toenemend aantal plaatsingen ingegeven door precaire omstandigheden, met name het ontbreken van stabiele huisvesting.

Plaatsing als gevolg van armoede

Alleenstaande moeders in zeer precaire omstandigheden zien hun kinderen niet weggehaald worden omdat ze tekortschieten, maar omdat ze geen thuis hebben. De particuliere huurmarkt is ontoegankelijk voor een alleenstaande moeder die een uitkering ontvangt van het OCMW of een laag inkomen heeft. En het kan jaren duren voordat er een sociale woning beschikbaar komt [4]. Bij gebrek aan een tussenoplossing wordt plaatsing in een opvangcentrum de standaardoplossing.

“Opvang buiten het gezin kan noodzakelijk zijn, maar mag nooit een antwoord zijn op armoede. Kinderen uit arme gezinnen zijn echter oververtegenwoordigd in scheidingen. Dat is een structurele onrechtvaardigheid.”

  Benoît Van Keirsbilck, van de vzw Défense des Enfants International 

Wanneer een alleenstaande moeder het gezag over haar kind verliest omdat ze geen vaste woonplaats heeft, is dat een dubbele onrechtvaardigheid: zowel voor haarzelf als voor het kind. Want plaatsing betekent niet het einde van een moeilijke periode, maar luidt vaak een nieuwe, langere, complexere en pijnlijkere periode in. En wanneer een eerste kind uit huis is geplaatst, ontstaat er wantrouwen. De instellingen gaan strenger kijken en het risico dat een ander kind ook uit huis wordt geplaatst, neemt toe, zelfs als er geen aanleiding toe is.

In deze spiraal is het niet het geweld dat moeders veroordeelt. Het is niet de verwaarlozing. Het is de armoede, het isolement, de onzekere woonsituatie. En het zijn juist de meest kwetsbare vrouwen die met deze meedogenloze mechanismen worden geconfronteerd.

“ De fout is dat ik geen appartement heb.”

Isabelle, alleenstaande moeder, geciteerd in Alter Échos [5]

De rechten van het kind bepaald door armoede

Het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind garandeert elk kind het recht om bij zijn familie te wonen, behalve in geval van ernstig gevaar [6]. En het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft herhaaldelijk benadrukt dat armoede op zich geen rechtvaardiging kan zijn voor een scheiding van het gezin [7].

In de praktijk zijn kinderen uit arme gezinnen – met name kinderen van alleenstaande moeders – echter oververtegenwoordigd in pleeggezinnen. In plaats van hen te ondersteunen, maakt het systeem deze vrouwen nog kwetsbaarder en interpreteert het hun kwetsbaarheid als een ongeschiktheid als ouder [8].

“ Wanneer je als vrouw dakloos of slecht gehuisvest bent, word je automatisch als ‘slechte moeder’ bestempeld.”

AGORA, Précieux enfants, 2020 [9] 

Een falend systeem

In Brussel wordt 87 % van de eenoudergezinnen geleid door vrouwen, waarvan een kwart onder de armoedegrens leeft [10]. Ze kampen met verschillende kwetsbaarheden (gezinsbreuk, onzekere baan, geweld in het verleden, geen beroep op hun rechten, enz.), maar worden als eersten gestraft en als laatsten ondersteund. Het sociale systeem, dat in theorie bescherming zou moeten bieden, straft hun armoede in plaats van deze te bestrijden.

Volgens AGORA, Vie Féminine en de Liga voor Mensenrechten worden moeders in precaire situaties voortdurend gestigmatiseerd, wat nog wordt versterkt door subjectieve oordelen op basis van geslacht, sociale of culturele afkomst [11]. Alleenstaande moeders worden zo gediscrimineerd bij beslissingen over plaatsing.

“Slaapt een moeder bij haar kind? Dat wordt als abnormaal beschouwd. Huilt ze niet? Dan is ze koel. Huilt ze te veel? Dan is ze labiel. Alles wordt verdacht.”

Service AGORA, Précieux enfants, 2020

Moeders die hulp vragen, zijn vaak degenen die in het vizier van de sociale diensten komen. Omdat ze zichtbaar zijn, omdat ze instorten, omdat ze de taal niet goed beheersen of moeite hebben om hun situatie uit te leggen. Hun kwetsbaarheid wordt met argwaan bekeken, onder de loep genomen en bestraft.

Veel moeders getuigen van een spiraaleffect: het verlies van een woning leidt tot de plaatsing van een kind, en vervolgens van een tweede. De instellingen ontwikkelen een logica van blijvend wantrouwen. Het vragen om hulp, de tranen, het zich terugtrekken, de fouten in de uitdrukkingswijze of het beheer worden “alarmbellen”.

De vraag rijst: waarom is er niet meer sociale huisvesting voor moeders in precaire situaties? België besteedt slechts 6,7 % van zijn vastgoedpark aan sociale huisvesting, tegenover gemiddeld 16 % in de Europese Unie [12]. Daar komt nog bij dat alleenstaande vrouwen met kinderen niet altijd voorrang krijgen, ondanks hun extreme kwetsbaarheid.

Het vinden van een woning met een inkomen tussen 1 300€ en 1 700€ (minimuminkomen voor alleenstaanden of alleenstaanden met kinderen ten laste) is onmogelijk, zeker in Brussel. De wachtlijsten voor sociale huisvesting worden elk jaar langer en er is een schrijnend tekort aan opvangplaatsen voor vrouwen in moeilijkheden. Maar in rechterlijke uitspraken wordt het gebrek aan huisvesting vaak aangevoerd als een objectieve reden voor plaatsing.

Armoede mag nooit voldoende reden zijn om een scheiding te rechtvaardigen. Want het is niet alleen een moeder die wordt weggehaald: het is een kind dat wordt weggerukt uit zijn dagelijkse leven, uit zijn broers en zussen, uit zijn buurt, uit zijn school, uit zijn vriendenkring… Een kind dat dit vaak niet begrijpt. Dat zich gestraft, verlaten en verraden voelt.

Hoe gaat ’t Eilandje de strijd aan tegen plaatsing vanwege precaire omstandigheden?

Wanneer armoede een reden voor scheiding wordt, is dat geen bescherming meer. Het is onrechtvaardig. Wanneer het een gezin verhindert zich te herstellen, is dat een collectief falen.

Wij zullen niet meewerken aan een samenleving die kinderen uit de ellende haalt om die ellende vervolgens in stand te houden. Wij zullen vechten voor een samenleving die ouders de middelen geeft om hun kind(eren) terug te krijgen.

Bij ’t Eilandje weten we dat huisvesting het verschil kan maken tussen een breuk en een herstel. We weten dat honderden moeders die worden begeleid bij Circé of in onze andere opvang- of huisvestingsdiensten, weer contact willen maken met hun kinderen. We weten dat onze opvanghuizen, onze “oudercafés”, onze moeder-kindactiviteiten, enz. de fragiele, maar levende banden herstellen.

Maar dat is niet genoeg. Daarom werken en pleiten we voor:

  • de oprichting van een expertisecentrum “Gender, kwetsbaarheid en maatschappelijk werk”, om een beter inzicht te krijgen in de realiteit van de meest kwetsbare vrouwen en om professionals in de sociale sector op te leiden voor deze specifieke uitdagingen;
  • de creatie van betaalbare woningen, ontworpen voor kwetsbare gezinnen, met name door ’t Eilandje en zijn partners;
  • de transformatie van de gemeenschappelijke ruimtes van onze opvangtehuizen in individuele studio’s, die meer respect hebben voor de autonomie en de familiebanden;
  • het versterken van de duidelijke prioriteit voor huisvesting voor alleenstaande moeders, om onrechtvaardige plaatsingen te voorkomen;
  • het beëindigen van het beleid dat arme vrouwen straft in plaats van hen te ondersteunen.

Slachtoffer zijn mag nooit een fout zijn.

Bronnen en referenties

  • [1] Ligue des familles, Onderzoek naar de verwachtingen en behoeften van eenoudergezinnen, 2022
  • [2] Axelle Magazine, Misbruik van kinderen: in hun belang? – 2022
  • [3] Défense des Enfants International – België, Interview met Benoît Van Keirsbilck, 2022
  • [4] Huurbarometer, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2024
  • [5] Alter Échos, Moeder en baby zonder vaste verblijfplaats, 2023
  • [6] Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind, VN, art. 9
  • [7] Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind, VN, art. 9; Europees Hof voor de Rechten van de Mens
  • [8] Liga voor Mensenrechten, Plaatsing – kroniek van een aangekondigde scheiding, 2023
  • [9] Dienst AGORA / Strijd tegen armoede, Kostbare kinderen, 2020
  • [10] Liga van Gezinnen, Actieonderzoek naar de verwachtingen en behoeften van eenoudergezinnen, 2022
  • [11] AGORA, Précieux enfants, 2020; Vie Féminine, Hulp aan blinde jongeren bij geweld tegen vrouwen, 2023; LDH, De plaatsing, 2023
  • [12] Housing Europe, The State of Housing in the EU 2023
emotionele steunhond voor daklozen
De hond, een essentiële emotionele steun voor daklozen 1024 576 L'Ilot

De hond, een essentiële emotionele steun voor daklozen

Foto: ©Jevtic

De hond, een essentiële emotionele steun voor daklozen

Samenvatting:

  • De hond als enige emotionele steun in het leven op straat
    1. Een trouwe metgezel in moeilijke tijden
    2. Emotionele steun bij eenzaamheid
  • De hond als toevluchtsoord voor daklozen
  • Dagcentra moeten worden aangepast om honden te kunnen toelaten
  • Het innovatieve project van ’t Eilandje om daklozen met hun hond op te vangen

Volgens een studie van de Autonome Universiteit van Barcelona heeft 67 % van de daklozen een hond en beschouwt 74 % van hen hun huisdier als hun enige bron van sociale steun. Van de 9 777 daklozen die in Brussel zijn geteld (cijfers van de laatste telling), leven er veel samen met een hond die hen emotionele steun biedt. Een huisdier dat vaak het enige is wat ze nog hebben: een houvast, een alarm, een troost…

Maar omdat er geen geschikte opvang is voor deze trouwe vriend, zien veel van hen af van de diensten van de dagcentra. Het is hoog tijd om deze ruimtes anders in te richten, zodat ze tegemoetkomen aan de essentiële behoeften van vrouwen en mannen die op straat leven. Daarom lanceert ’t Eilandje vandaag een nieuw sociaal innovatieproject: onze eerstelijnsdiensten aanpassen om mensen met hun honden te kunnen opvangen.

De hond als enige emotionele steun in het leven op straat

Op straat blijft soms nog een essentiële band bestaan wanneer al het andere is ingestort. We hebben het hier over de bijdrage van emotionele ondersteuningshonden voor daklozen. Deze vrouwen, mannen en kinderen hebben alles verloren en worden elke dag geconfronteerd met de harde realiteit van een leven zonder thuis. We weten hoezeer dit het lichaam, het moreel en de hoop vernietigt…

Een trouwe metgezel in moeilijke tijden

Te midden van al dit geweld is de hond beschermend. Hij wordt een baken, een beschermer tegen angst en verlating. Als je geen dak meer boven je hoofd hebt, geen veiligheid meer, blijft hij het wezen dat nooit zal oordelen, dat aan je zijde zal blijven, wat er ook gebeurt. Voor veel daklozen is hun hond hun enige familie.

Emotionele steun bij eenzaamheid

In een wereld van eenzaamheid zijn huisdieren een bron van genegenheid en waardering tegenover de afwijzing van de samenleving. De hond blijft een trouwe vriend, hij helpt om overeind te blijven wanneer alles wankelt. Hij biedt daklozen voortdurend emotionele troost en fungeert als een bolwerk tegen stress en extreme eenzaamheid. Volgens het tijdschrift Harvard Health Publishing verlaagt de aanwezigheid van een huisdier inderdaad de bloeddruk en het cortisol (stresshormoon) en stimuleert het oxytocine (welzijnshormoon).

De hond als toevluchtsoord voor daklozen

Overleven op straat is een dagelijkse strijd. In het licht van de gevaren biedt de hond een echte toevluchtsoord. Hij maakt het mogelijk om een paar uur te slapen zonder bang te zijn voor agressie of diefstal, om uit te rusten en nog een nachtmerrie te vermijden. Slaapgebrek is destructief. Slapen helpt daklozen vol te houden, nog een dag te overleven. En daarvoor kunnen velen alleen op hun hond rekenen.

“Vroeger sliep ik nooit. Ik was te bang dat ik zou aangevallen of besstolen worden. Ik was altijd op mijn hoede, uitgeput, ten einde raad. Ik wilde niet meer leven. Sinds ik Molly heb, kan ik eindelijk een paar uur mijn ogen sluiten. Ze waakt over me en beschermt me. Zonder haar zou ik er nu zeker niet meer zijn”.

Patrick*, dakloze in Brussel, en zijn hond Molly

Dagcentra moeten worden aangepast om honden te kunnen toelaten

De essentiële band tussen daklozen en hun honden wordt voortdurend in gevaar gebracht. Zeer weinig dagcentra voor daklozen accepteren honden. De gevolgen zijn dramatisch: te veel mensen zien af van hun basisbehoeften omdat er geen geschikte opvang voor hun hond is. Daardoor hebben ze geen toegang tot sociale begeleiding, maaltijden of douches:

“Het is moeilijk… Ik kan me niet douchen of een fatsoenlijke maaltijd eten vanwege mijn hond. En ik kan haar niet buiten laten want ik ben te bang dat iemand haar meeneemt of dat haar iets overkomt.”

Patrick*

Deze onmenselijke keuze wil ‘t Eilandje niet langer afdwingen. Wij vinden het onaanvaardbaar dat iemand omwille van zijn hond geen toegang krijgt tot onze diensten.

Het innovatieve project van ’t Eilandje om daklozen met hun hond op te vangen

Iedereen in nood moet met waardigheid worden opgevangen, of hij nu alleen is of vergezeld wordt door zijn trouwe viervoeter. Daarom lanceren we vandaag een nieuw sociaal innovatieproject: onze eerstelijnsdiensten aanpassen zodat ook mensen met honden bij ons terechtkunnen. Dit houdt in:

  • onze teams opleiden in het omgaan met honden;
  • ruimtes inrichten die zijn aangepast aan hun behoeften;
  • gratis ongediertebestrijding aanbieden, enz.

We zetten ons met overtuiging in voor dit project, ook zonder specifieke financiële steun. Dit betekent dat zonder uw steun, zal dit essentiële project nooit het daglicht zien! Uw donatie kan levens veranderen.

Niemand zou moeten hoeven kiezen tussen essentiële zorg en zijn huisdier.

* Voornaam aangenomen. Patrick* symboliseert de honderden daklozen die in Brussel leven met een hond als enige steun.

élections communales et sans abrisme
De voorstellen van ’t Eilandje om lokale overheden te laten deelnemen aan de strijd tegen dakloosheid 1024 576 L'Ilot

De voorstellen van ’t Eilandje om lokale overheden te laten deelnemen aan de strijd tegen dakloosheid

As 1: Een inclusieve openbare ruimte

Een van de belangrijkste verantwoordelijkheden van lokale overheden is het inrichten van openbare ruimtes. Het is bekend dat publieke en private actoren in het verleden en ook nu nog maar al te vaak openbare ruimtes hebben ontworpen om het gebruik ervan door daklozen te ontmoedigen: banken die zijn opgesplitst om te voorkomen dat mensen gaan liggen, uitsteeksels die voorkomen dat mensen op winkelpuien gaan zitten, of zelfs de volledige verdwijning van straatmeubilair wanneer bepaalde zones worden gerenoveerd om het probleem te “elimineren”. Deze veranderingen hebben ook gevolgen voor alle mensen die de openbare ruimte gebruiken. Volgens ons is er een ander, meer inclusief type openbare ruimte mogelijk: gastvrij, veilig en met universele diensten voor iedereen, of ze nu een huis hebben of niet.

Hier volgt een niet-uitputtende lijst met aanbevelingen:

Mooi, comfortabel straatmeubilair

We leven in een tijd waarin het gebrek aan gemeenschappelijke ruimten een groot maatschappelijk probleem aan het worden is: steeds meer mensen raken dagelijks geïsoleerd en onze levensstijl – zowel persoonlijk als professioneel – neigt ertoe de mogelijkheden voor mensen om elkaar te ontmoeten te verminderen. Een gastvrije en gezellige openbare ruimte is één antwoord op deze uitdagingen. De recente renovatie van het voetgangerspad in het centrum van Brussel, inclusief de installatie van “schommelstoelen”, heeft veel enthousiasme gewekt bij voorbijgangers. Het is een positief voorbeeld waar andere lokale overheden van zouden kunnen leren. In meer traditionele termen zijn wij van mening dat openbare banken niet alleen moeten blijven bestaan, maar ook talrijker moeten worden.

Bovendien is het tijd om “anti-huislozen”-apparaten te verbieden, die een samenleving die beweert democratisch, zorgzaam en ondersteunend te zijn, onwaardig zijn.

mobilier urbain
Verbeterde toegang tot sanitair

Een netwerk van openbare toiletten

In vergelijking met andere landen kampt België met een schrijnend gebrek aan openbare toiletten. Dit vormt een echt gezondheidsprobleem en leidt op sommige plaatsen tot onhygiënische omstandigheden en een echte genderongelijkheid, waarbij vrouwen de eerste slachtoffers zijn van dit tekort. Wat betreft interessante initiatieven die veralgemeend kunnen worden, hebben sommige lokale overheden zich bijvoorbeeld ingezet om de toegang tot toiletten in horecagelegenheden te vergemakkelijken. Maar dit is volgens ons niet voldoende: de meest gemarginaliseerde mensen hebben nog te vaak moeite om toegang te krijgen tot deze voorzieningen. Lokale overheden moeten een netwerk van openbare toiletten ontwikkelen dat voor iedereen toegankelijk is. Veel steden over de hele wereld slagen hierin, dus waarom zouden wij dat niet doen?

Verdwijnende openbare baden: een erfgoed dat het bewaren waard is

In de loop van de 20e eeuw sloten Belgische gemeenten geleidelijk het dichte netwerk van openbare baden waarvoor ze verantwoordelijk waren. Terwijl het hebben van een eigen badkamer vroeger een uitzonderlijke luxe was, is het nu de norm geworden. Toch, en dan hebben we het nog niet eens over de mensen die op straat leven, heeft een aanzienlijk deel van de bevolking nog steeds geen badkamer in huis. Deze sluitingen hebben geleid tot de oprichting van gemeenschapsstructuren om dit gebrek te compenseren (’t Eilandje runt twee dagcentra speciaal voor dit doel, maar er zijn ook andere structuren gecreëerd rond deze specifieke behoefte, zoals DoucheFLUX of Rolling Douche in Brussel). Deze voorzieningen zijn echter niet zo ‘universeel’ als een openbare dienst en kunnen als stigmatiserend worden ervaren, maar ook als onvoldoende om aan de vraag te voldoen. Sommige lokale overheden hebben sociale douches in gemeenschappelijke zwembaden, wat een goed initiatief is dat versterkt zou moeten worden zodat persoonlijke hygiëne niet langer een ontoegankelijke luxe is. Deze voorzieningen zouden gepaard kunnen gaan met lockerdiensten, een essentieel hulpmiddel voor veel daklozen.

Universele toegang tot drinkwater

Onze steden zullen steeds vaker te maken krijgen met intense hittegolven. Toch hebben we, paradoxaal genoeg, een schrijnend gebrek aan toegang tot drinkwater in openbare ruimtes. In vergelijking met Parijs en andere Franse steden is het verschil opvallend. Brussel is begonnen met het verhogen van het aantal drinkwaterfonteinen – een uitstekend initiatief, maar niet genoeg. De gemeenten kunnen meer doen, en dat is ook het geval in Waalse gemeenten zoals Charleroi, waar het tekort schrijnend is.

fontaine publique

Het netwerk van Wallace-fonteinen in Parijs: een dicht en oud netwerk

Een schonere stad

Sommige mensen beschouwen daklozen als vuil. Toch is het duidelijk dat iemand die op straat leeft jaarlijks minder afval produceert dan de meerderheid van de bevolking. Ze zijn ook de eerste slachtoffers van een verloederde en vuile omgeving waaraan ze niet kunnen ontsnappen. Het is dus belangrijk om de uitdagingen van openbare netheid te herdenken door ze in deze realiteit te integreren: we hebben meer vuilnisbakken nodig, een frequentere ophaling en meer asbakken om de verspreiding van sigarettenpeuken te beperken.

As 2: Een ondersteunende in plaats van repressieve aanpak

Het lijkt erop dat sommige lokale overheden en burgemeesters, onder het mom van maatregelen om de openbare ruimte “veiliger” te maken, daklozen hard proberen aan te pakken: oproepen om geen geld uit te delen, “opruimacties”, anti-bedelverordeningen, enzovoort. Afgezien van het feit dat deze methoden het probleem niet oplossen (het verplaatst zich gewoon van de ene wijk naar de andere, vaak met een parallelle verslechtering van de situatie van mensen die hun houvast verliezen en de band met de straathoekwerkteams die hen ondersteunen), is deze trend uiterst zorgwekkend. We leven in welvarende samenlevingen: nooit eerder in de geschiedenis van de mensheid zijn het niveau van comfort en rijkdom zo hoog geweest. In deze context is deze “jacht op de armen” onfatsoenlijk. Meer dan enig ander machtsniveau moeten lokale overheden een steun zijn voor de meest kwetsbare mensen, geen obstakel. Wij vragen dat er een einde komt aan gemeentelijke anti-bedelverordeningen en andere regelgevende maatregelen die erop gericht zijn mensen uit te sluiten van de openbare ruimte. We verwelkomen het beleid van sommige lokale overheden die hun politie- en vredesdiensten heroverwegen om ze meer lokaal te maken: mensen die op straat leven ondersteunen en begeleiden in plaats van ze weg te jagen en te onderdrukken. Dit zal de openbare dienstverlening ten goede komen.

As 3: OCMW’s die zich aanpassen aan de behoeften van daklozen

Het OCMW is het belangrijkste instrument waarover gemeenten beschikken om armoede te bestrijden. Helaas vergeten of weigeren nog te veel gemeenten daklozen te ondersteunen. De situatie kan sterk verschillen van gemeente tot gemeente, wat bewijst dat een gemeentelijke meerderheid de praktijken op dit gebied kan beïnvloeden.

Hier zijn enkele voorbeelden van goede praktijken om te bevorderen:

  • eenvoudiger, automatische toegang tot een referentieadres;
  • financiële bijstand bij herhuisvesting van daklozen;
  • minder voorwaardelijke toegang tot het sociale integratie-inkomen (RIS) voor mensen in zeer kwetsbare situaties;
  • minder bureaucratische rompslomp en kortere overstaptijden van het ene OCMW naar het andere;
  • harmonisatie van de regels voor toegang tot dringende medische hulp (AMU) binnen de OCMW’s, met een eenvoudige en snelle procedure;
  • diensten die face-to-face toegankelijk zijn: daklozen hebben niet altijd de middelen om te telefoneren of gebruik te maken van het internet;
  • een waardig en menselijk onthaal: al te vaak melden daklozen dat ze tijdens hun bezoek aan de OCMW’s met neerbuigendheid of zelfs verbaal geweld te maken krijgen;
  • een referentiepersoon binnen het OCMW, specifiek opgeleid in de problematiek van dakloosheid;
  • een samenwerkingsovereenkomst met de opvangtehuizen in de gemeente om de ondersteuning van mensen die in deze opvangtehuizen wonen te vergemakkelijken en te verbeteren;
  • de opname van ervaringsdeskundigen in de raad van het OCMW om het begrip van en de steun aan daklozen te verbeteren;

Dit alles is alleen mogelijk als de OCMW’s over de nodige middelen beschikken om effectief op deze ambities in te spelen. Maar al te vaak lijden deze diensten onder een gebrek aan personeel, wat de uitvoering van hun opdrachten bemoeilijkt en het werk van de OCMW’s bemoeilijkt.

As 4: Een gemeentelijk beleid dat rekening houdt met genderkwesties

Zoals besproken in as 1 is de genderproblematiek vaak aanwezig in de daklozenproblematiek, maar wordt ze te vaak verwaarloosd in het gemeentelijk beleid. Studies tonen aan dat de belangrijkste oorzaak van dakloosheid voor vrouwen geweld is: psychologisch, binnen het gezin, echtelijk, seksueel, economisch of soms alles tegelijk.

Lokale overheden moeten dit probleem op twee fronten aanpakken: anticiperen op dergelijk geweld en omgaan met de gevolgen als preventie mislukt. Hier volgen enkele voorstellen op dit gebied:

  • de politie opleiden om op te treden en geweld tegen vrouwen en mensen met een geslachtte voorkomen: maar al te vaak wordt dergelijk geweld gezien als een eenvoudig conflict, waarbij het slachtoffer en de dader tegenover elkaar staan. Dit moet veranderen;
  • beschikken over procedures en middelen om vrouwen en vrouwen van verschillende seksen op te vangen in geval van gevaar. Bijvoorbeeld door speciale transitruimte te creëren;
  • een betere handhaving van het verbod op contact tussen een gewelddadige echtgenoot en zijn slachtoffer. Maar al te vaak overtreden agressors dit verbod zonder lastig gevallen te worden. Lokale politiekorpsen moeten beter luisteren naar slachtoffers en rekening houden met hun mening.

Naast de kwestie van geweld tegen vrouwen en genderspecifieke mensen, moeten lokale overheden de genderdimensie integreren in al hun beslissingen. Dit geldt in het bijzonder als het gaat om dakloosheid: vandaag de dag is het beleid nog steeds grotendeels ontworpen voor een “typisch” mannelijk profiel. Het is echter essentieel om rekening te houden met de diversiteit van de achtergrond van mensen, te beginnen met de specifieke kenmerken van vrouwelijke sans-soirisme.

As 5: Toegang tot fatsoenlijke en betaalbare huisvesting

We kunnen het hebben over openbare ruimte en hoe die wordt beheerd, maar uiteindelijk is de weg uit dakloosheid via toegang tot huisvesting. Lokale overheden hebben hier een sleutelrol te spelen.

Een beleid tegen leegstaande woningen

Onze samenlevingen worden geconfronteerd met een paradox: aan de ene kant leegstaande, onbewoonde woningen, aan de andere kant mensen die op straat slapen omdat ze geen onderdak hebben. Het probleem van leegstaande woningen aanpakken helpt om het aantal beschikbare woningen te verhogen, wat een positief effect heeft op de strijd tegen dakloosheid. Veel lokale overheden hebben soms zware belastingen ingevoerd op leegstaande gebouwen, maar dat is niet genoeg: ze moeten ze nog steeds identificeren. Sommige hebben ook programma’s ontwikkeld om verwaarloosde gebouwen op te knappen en ze vervolgens een sociale bestemming te geven. Dit soort initiatieven moet worden aangemoedigd.

Gemeentelijke woningvoorraad beschikbaar maken

Bijna alle lokale overheden hebben hun eigen woningvoorraad, maar de manier waarop die wordt beheerd verschilt sterk van gemeente tot gemeente. Voor sommigen is het een bron van inkomsten, voor anderen een hefboom voor sociale actie. Als elke lokale overheid een deel van haar voorraad zou gebruiken om daklozen te herhuisvesten, zou dat een aanzienlijke impact hebben op onze sector, die het steeds moeilijker heeft om beschikbare huisvesting te vinden.

Sociale criteria opnemen in bouwprojecten

Een van de belangrijkste hefbomen die lokale overheden hebben op de woningmarkt zijn hun stedenbouwkundige procedures. Wanneer grote bouwprojecten aan hen worden voorgelegd, zouden lokale overheden systematisch moeten eisen dat een deel ervan wordt gereserveerd voor sociale huisvesting. Doen ze dit niet, dan draagt dit bij tot een toename van het aantal nieuwe en dure woningen, ten koste van betaalbare woningen. Het garanderen van een deel sociale huisvesting betekent dat er toegankelijke plaatsen beschikbaar blijven voor mensen in zeer precaire situaties, zodat niemand achterblijft.

Video met Benjamin Peltier, belangenbehartiger ’t Eilandje.

lutter contre les expulsions
Huisuitzettingen: de fabriek van daklozen. 1024 576 L'Ilot

Huisuitzettingen: de fabriek van daklozen.

Wat een dakloze definieert, is precies het feit dat hij of zij geen eigen huis heeft. Heel vaak komen mensen in deze situatie terecht doordat ze uit hun huis zijn gezet. Dit is geen onbelangrijke gebeurtenis. Dakloos worden betekent plotseling blootgesteld worden aan een groot aantal problemen die een blijvende impact hebben op de betrokken personen. Iedereen is zich bewust van dit probleem, wat een van de redenen is waarom Europese landen in Lissabon een ambitieuze overeenkomst hebben ondertekend om een einde te maken aan dakloosheid.

En toch, paradoxaal genoeg, gaan uitzettingen door in een industrieel tempo. Dit is te wijten aan het feit dat de juridische wereld als geheel nog steeds een visie op huisvesting heeft die niet is bijgewerkt: hun primaire doelstelling is nog steeds het garanderen van de strikte toepassing van contracten in plaats van het grondwettelijke recht op fatsoenlijke huisvesting voor iedereen.

Cijfers voor Brussel

In Brussel worden elke dag van het jaar 11 uitzettingsvonnissen uitgesproken. Dat zijn er bijna 4.000 per jaar. En dat is nog maar het topje van de ijsberg, want er zijn ook nog alle verkapte uitzettingen: mensen die uit hun woning worden gezet zonder dat ze ooit voor de rechtbank verschijnen en zonder dat ze zich kunnen verdedigen.

In 6 van de 10 gevallen wordt het vonnis uitgesproken in afwezigheid van de huurder, die zich dus niet kan verdedigen.

Als de verhuurder afwezig is bij de hoorzitting, wordt de zaak niet behandeld. Het systeem is zodanig dat het de verhuurder meer beschermt tegen het verliezen van geld dan dat het de huurder beschermt tegen het verliezen van een fundamenteel recht: huisvesting.

Toch is dit vastgelegd in de Belgische grondwet:
“Art. 23
Een ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.
[Daartoe waarborgen de wet, de decreten of de reglementen de economische, sociale en culturele rechten. Deze rechten omvatten in het bijzonder :
[…] het recht op behoorlijke huisvesting;”.

De gevolgen van uitzettingen

Uitzetting⋅e is geen kleinigheid: het vinden van betaalbare huisvesting voor mensen met een laag inkomen is in Brussel zo goed als onmogelijk geworden. Het is dus onmogelijk voor deze mensen om een woning te vinden op de privémarkt. De sociale huisvesting is volledig verzadigd: met meer dan 50.000 huishoudens op de wachtlijst duurt het 5, 10 of zelfs 15 jaar, afhankelijk van het profiel, om een eerste woning aangeboden te krijgen.

In deze omstandigheden is uitzetting synoniem met het begin van dakloosheid: opvang in noodopvang, onderdak bij vrienden of zelfs aankomst op straat.

Studies hebben ook de psychologische impact aangetoond op de gezondheid van de betrokken personen, in het bijzonder kinderen, die blijvend getroffen worden door deze onzekerheid. Als er in een noodsituatie al huisvesting gevonden kan worden, gaat het bijna altijd om huisvesting die grote veranderingen met zich meebrengt: mensen moeten vaak verhuizen naar een nieuwe buurt, verliezen hun sociale kring, hun steun, de school van hun kinderen, enz.

Deze factoren creëren een bijzonder netelige situatie voor gezinnen met meerdere kinderen: deze mensen zijn niet beschermd tegen uitzetting, integendeel zelfs, maar ze ondervinden ook nog grotere negatieve gevolgen wanneer ze worden uitgezet, zoals de onmogelijkheid om nieuwe huisvesting te vinden en de nefaste gevolgen voor het evenwicht en de scholing van hun kinderen. Tot slot kan dit leiden tot het ontstaan van sociale reproductiecircuits: onder de daklozen begonnen sommigen hun straatleven in hun kindertijd zonder dat ze erin slaagden het te verlaten wanneer ze volwassen waren.

Video met Pernelle Godart, onderzoeker aan de ULB.

Video met Adèle Morvan, sociaal werker bij SACADO.

Een kwestie van (sociale) rechtvaardigheid

Sommigen zouden geneigd kunnen zijn om dit als een vorm van rechtvaardigheid te zien: als je je huur niet naar behoren betaalt, “verdien” je het om daar de gevolgen van te ondervinden. Maar dit miskent wat er op het spel staat als het gaat om huisvesting in termen van sociale rechtvaardigheid: iemand die zijn hele leven gedwongen heeft moeten huren, zal aan het eind van zijn leven gemiddeld meer geld hebben uitgegeven aan huisvesting dan een meer welgesteld persoon, ook al zal hij in een woning hebben gewoond van veel slechtere kwaliteit, zo niet ronduit ongezellig. Om nog maar te zwijgen van een weinig bekend feit: uit huis gezet worden kost veel geld, omdat een deel van de kosten van de uitzetting in rekening wordt gebracht bij de persoon die uit huis wordt gezet, die vervolgens dubbel gestraft wordt.

Een discriminerende praktijk

Cijfers tonen aan dat je een grotere kans hebt om uitgezet te worden als je van buitenlandse afkomst bent, als je kinderen hebt, als je arm bent, als je zwart bent⋅e. Bovendien tellen deze gevolgen niet op: als je deze kenmerken combineert, vermenigvuldigen ze zich.

Dezelfde mensen die nu al het meest gediscrimineerd worden op de woningmarkt, lopen ook het grootste risico om uit hun huis gezet te worden. Toch zou hun moeilijke toegang tot de woningmarkt een extra reden moeten zijn voor bescherming tegen uitzetting. Helaas is dit niet het geval, wat UNIA ertoe gebracht heeft een advies over deze kwestie op te stellen waarin het deze richtlijnen herhaalt en erop aandringt dat

Video met Anaïs Lefrère, Unia-medewerker.

Votez pour Circé de L’Ilot
et aidez-nous à remporter jusqu’à
100 000 € !

Votez pour Circé de L’Ilot et aidez-nous à remporter jusqu’à 100 000 € au grand concours Lady Fortuna de la Loterie Nationale !

Votez dès maintenant !

Fermer